De demon en de waarheid

Persoon op strand

Over Marcus 1:21-28 (vierde zondag door het jaar B)

De sabbat is een heel bijzondere dag. Het eerste Bijbelverhaal, Genesis 1:1-2:3, maakt dit duidelijk. God schept de hele wereld in zeven dagen. Kroon op de schepping is de mens, climax van alles dat God maakt. De scheppingsdaad van de mens start dan ook heel plechtig: ‘Laten wij de mens maken,’ zegt God, als een koning die het woord voert met een majesteitsmeervoud.

door Archibald L.H.M. van Wieringen

Het is de zesde dag waarop God de mens schept. De eerste volle dag die de mens meemaakt, is dus de zevende dag. Maar op de zevende dag is God niet aan het werk, maar rust God. Hij heiligt de zevende dag tot een feestdag. Een dag om te gedenken en te vieren dat God de Schepper zijn schepping regeert. Een koninklijke feestdag.

De mens is voor die feestdag geschapen. Niet om door te werken tot hij er dood bij neervalt. De mens is geen economisch instrument. De mens is primair deelnemer aan de feestdag die God geheiligd heeft.

Vanzelfsprekend viert Jezus deze feestdag van de sabbat. Zijn boodschap betreft immers het Koninkrijk Gods. Dat is de kern van zijn verkondiging, zoals Marcus aan het begin van Jezus’ optreden heeft aangegeven (1:15). Dus treffen we Jezus samen met zijn pas geworven leerlingen aan in de synagoge.

Maar er is iets merkwaardigs aan de hand op deze sabbat: er is een mens die bezeten is van een onreine geest, van een kwaaie demon. De mens als geschapen door God heeft echter de levensadem van God gekregen, heeft Gods geest, zoals ook het vervolgverhaal in Genesis vertelt (2:7). En dat is dus bepaald geen onreine, kwaaie geest. Een demon past niet bij de sabbat.

Deze demon overstemt alles. Wat Jezus verkondigt in de synagoge horen we niet, maar wel het geschreeuw van de demon. Het is een tegenstem die geen ruimte laat aan welke andere stem ook.

Maar het is nóg merkwaardiger. Op de keeper beschouwd is wat de demon zegt, niet onwaar. De kwaaie geest begint met een vraag: ‘Wat heb je met ons te maken?’ Niet echt een open vraag, want de demon gaat zelf meteen neen antwoorden – wat natuurlijk wel klopt. Het is in ieder geval met dat die meervoudsaanduiding geen bescheiden geformuleerd vraagje, alsof die demon zich een majesteitsmeervoud mag veroorloven…

‘Jij bent gekomen om ons in het verderf te storten,’ verwijt de demon Jezus. Tja, in het verderf storten is niet echt de core business van Jezus, want dat is de Goede Boodschap van het Koninkrijk Gods. Maar het klopt wel dat de demon daarin niet thuishoort.

De demon ten slotte formuleert to the point de identiteit van Jezus: ‘Ik weet wie jij bent: de Heilige van God.’ Zoals de sabbat de heilige dag is, zoals de sabbat het eerste is in de Bijbel dat heilig genoemd wordt, zo duidt de demon, met recht, Jezus’ eigenheid met het woord ‘heilig’: hij is de Heilige van God.

Toch zijn de woorden van de demon niet als waarheid te verstaan. Hij misbruikt daarentegen de waarheid. Hij verdraait Jezus’ boodschap van bevrijding tot onvrijheid. De mens die hij bezit, heeft hij zijn vrijheid ontnomen. Die mens kan niet meer aan het woord komen, laat staan dat hij gehoord zal kunnen worden. Die mens is monddood gemaakt door het geschreeuw van de demon. Want waar de waarheid misbruikt wordt, houdt de vrijheid op te bestaan.

Jezus geeft deze mens zijn vrijheid terug. ‘Zwijgen, wegwezen,’ en de onreine kwaaie demon verlaat de bezeten mens. De mens is weer hersteld in zijn scheppingsschoonheid, vrij om de dag van het sabbatsfeest mee te vieren.

Nu de demon van het toneel verdwenen is, de tegenstem die alles overstemde, de vrijheid teruggekeerd is, komt er ruimte voor allerlei andere stemmen. Alle aanwezigen kunnen nu spreken en aan het woord komen. Er is ruimte om nieuwe vragen te formuleren en te reflecteren op Jezus’ evangelieverkondiging. Open vragen, om op zoek te gaan naar nieuwe antwoorden: ‘Wat betekent dit?’ Wat betekent dit aangaande Jezus? Wat betekent dit aangaande ons?

Marcus vertelt zijn lezers dit verhaal om ook hun het woord van Jezus te laten klinken dat misbruikte waarheid en onvrijheid verjaagt, en om ook hun de open ruimte aan te bieden om vragen te stellen die betrokken zijn op feestelijke vrijheid van Gods Koninkrijk.