Overweging: Trouw in het kleine

Geld en stekjes

N.a.v. Lucas 19,11-28

De parabel van de ponden is overbekend: een rijk man gaat naar het buitenland. Hij vertrouwt grote sommen geld aan zijn medewerkers toe: tien pond, vijf pond, één pond. Waarschijnlijk heeft die rijke man de capaciteiten van iedere medewerker op het oog gehad. We weten hoe medewerker één en medewerker twee voor een royaal rendement hebben gezorgd. De derde heeft er niets mee gedaan.

Het treft mij dat de rijke man bij terugkomst het heeft over ‘trouw aan iets kleins’. Die enorme bedragen zijn voor hem ‘iets kleins’, voor de medewerkers niet. Maar aan het vruchtbaar omgaan met dat ‘iets kleins’ wordt veel waarde gehecht.

Ik merk dat meer op: mensen aan wie grote kapitalen zijn toevertrouwd (of dit nu financieel is of immaterieel) kunnen heel verschillend er mee omgaan. Met veel bravoure, pochend op hun rijkdom, aandacht vragend voor hun prestaties, of eerder bescheiden, minder gericht op uiterlijk succes maar wel bouwend aan verbondenheid onder hen met wie ze werken. De joodse filosoof Levinas heeft het over ‘de kleine goedheid’ die gedeeld wordt en waardoor ‘de ander’ gezien wordt en zich veilig voelt, geborgen. Juist ‘die kleine goedheid’ maakt het verschil. Dan ligt de nadruk niet meer op grote prestaties. Je doet wat je kunt, je woekert met het kapitaal (financieel of immaterieel) dat je is toevertrouwd. Je bent trouw in het kleine.

Maar je moet wel handelen… Dat is het gemis bij die derde medewerker. Hij wordt bepaald door angst, door gemis aan vertrouwen. Had hij maar een eerste stap gezet, een hele kleine stap, de stap van één pond. Dat zou voldoende geweest zijn. Want eenmaal in beweging gekomen, zet je een volgende stap, en dan weer een stap, en nog een. Je komt mensen tegen, mensen die ook een handje helpen, hun steentje bijdragen. En uiteindelijk heeft dat ene pond weer een ander pond opgeleverd.

‘Trouw in het kleine’: het levert veel op en het verbindt.