God op de plaats delict: de strafzaak van Jezus van Nazareth

Foto © Vincent Baake

De Goede Week (Hebdomas Sancta)  ligt nog maar kort achter ons. Tijdens deze Stille Week voelen mensen achter de tralies zich soms bijzonder dicht bij de gevangene Jezus van Nazareth. Gedetineerden kennen de arrestatie en veroordeling uit eigen ervaring.

door Meins Coetsier

Ook dit jaar beheerste corona achter de gevangenismuren de invulling van het belangrijkste liturgische hoogfeest. Net als op andere plaatsen in Duitsland werden kerkdiensten slechts in kleine kring mogelijk gemaakt. Degenen die vanwege de beperkingen en strikte veiligheidsmaatregelen niet uit de cel konden en/of met medegevangenen Pasen wilden vieren, vonden een aanbod op radio en televisie. Het gevangenispastoraat overhandigde aan een ieder die dat wilde een bijbeltje, een rozenkrans en een klein houten kruisje.

Het is geen geheim dat gevangenen zich vaak identificeren met de persoon van Jezus. Vooral vanwege zijn arrestatie en veroordeling op Goede Vrijdag. God zelf, de schepper van hemel en aarde, is aanwezig op deze plaats delict. Hij onderwerpt zich aan de rechterlijke macht van deze wereld. In tegenstelling tot wat snel wordt gezegd in het café, was Jezus onschuldig. Geen crimineel. Men hoeft geen criminoloog of rechter te zijn om te weten dat mannen eerder in de gevangenis belanden dan vrouwen. Er zijn ook situaties waarbij onschuldige mensen de schuld krijgen van iets dat ze niet gedaan hebben. Godzijdank wordt bij ons in Europa niet met de dood bestraft. Wat echter gemakkelijk over het hoofd wordt gezien, is dat de meeste mannen vaak zelf het slachtoffer zijn van geweld. De meesten die tegenwoordig met de wet in aanraking komen, zijn jonger dan de ter dood veroordeelde 33-jarige joodse man uit Nazareth.

Verlangen naar een ander leven

Het herdenken van het lijden van Jezus in de aanloop naar en tijdens de kruisiging in de ‘Heilige Week’ en ‘Pasen’  vertellen over gevangenschap en bevrijding. Dit hoogtepunt van het kerkelijk jaar, blijft echter een moeilijke tijd voor de mensen in de gevangenis. Net als op andere bijzondere feestdagen, zoals Kerst, Koningsdag (voor de Hollanders in de Duitse bajes) en Oud en Nieuw. De coronamaatregelen maken het nog een stukje moeilijker. Wat sommige mensen in gevangenschap terugvinden in de gevangengenomen Jezus, zijn hun eigen existentiële grenservaringen en conflicten met het maatschappelijk leven. Niet het stereotype beeld van het gebruik van illegale drugs of alcohol. Van Jezus wordt gezegd dat hij zelf graag een wijntje dronk. Wat gevangenen met Jezus delen, is vooral een verlangen naar een ander leven. Met name om een ​​vrij mens te zijn. Je gelooft ergens in, je hoopt ergens op, misschien houd je zelfs van iets of iemand. De vraag blijft: wat kan dit zijn? Zo heeft iedereen in de gevangenis zijn eigen verhaal, zijn gecreëerde ‘godheid’ en dogmatiek van het leven. Gedurende de passietijd komen vaak pijnlijke onderwerpen en levensverhalen naar boven. Het kruis van alledag,  van de alledaagse dingen.

De straat is mijn opleiding

De boodschap van Jezus is niet de dood, maar de opstanding – het leven ten volle! Een paar dagen geleden zei een gevangene  tegen mij: ‘Pastor, op de straat moet ik zien te overleven. Dit is de opleiding die ik heb genoten. Er is voor mij geen alternatief, ook al ben ik zelf een gelovig man. Weet je, dit creëert de cyclus van tegelijkertijd slachtoffer en dader zijn. Ik zeg maar twee woorden: Polizeiliches Führungszeugnis (strafblad). Deze registratie van misdrijven en bepaalde overtredingen betekent geen werk, geen woning en geen kans op een nieuw begin!’ Een aanhoudende pijn die blijft bestaan. Precies zoals er van Jezus werd gezegd: ‘Geminacht en gemeden werd hij door de mensen, man van smarten, met ziekte vertrouwd, een mens die zijn gezicht voor ons verbergt, geminacht en als niet de moeite waard beschouwd’ (Jesaja 53:3). Jezus was bewust ‘dat de hogepriesters Hem uit nijd overgeleverd hadden’ (Marcus 15:10). Daarnaast geeft de Romeinse gouverneur Pilatus het volk zijn zin en laat de bajesklant Barabbas vrij, ‘maar Jezus liet hij geselen en gaf Hem over om gekruisigd te worden’ (Marcus 15:15). Om troost en kracht te vinden in het huis van bewaring ten tijde van corona, herdenken wij de kern van ons christelijk geloof, met name het lijden, sterven en verrijzen van Jezus Christus. De onschuldige gevangene die niet terug schold, geen dreigementen uitte, maar zijn zaak over liet aan Hem die rechtvaardig oordeelt: ‘In zijn eigen lichaam heeft Hij onze zonden op het kruishout gedragen, opdat wij aan de zonden zouden afsterven en gaan leven voor gerechtigheid. Door zijn striemen zijt gij genezen. Want gij waart verdwaald als schapen, maar nu zijt ge bekeerd tot de herder en behoeder van uw zielen’ (1 Petrus 2:23-25)…  Ja, zo vieren wij in het Duitse cachot dat de Mensenzoon uit de dood is opgestaan en kijken we uit naar de verwachte wederkomst van Jezus op aarde.

 

Dr. Meins G.S. Coetsier studeerde filosofie aan The Milltown Institute of Theology and Philosophy (De Nationale Universiteit van Ierland) en promoveerde aan de Universiteit van Gent zowel in de Wijsbegeerte als in de Vergelijkende Cultuurwetenschap. Na postdoc-onderzoek aan de Universiteit van Zürich werkt hij als diaken en gevangenispastor voor het Bisdom Fulda en als deeltijds onderzoeker aan Trinity College Dublin.

Giften voor de realisatie van diaconale projecten in de gevangenis kunnen worden gestort op een rekening die wordt beheerd door het gevangenispastoraat van het Bisdom Fulda. U kunt uw gift storten op DE24 5305 0180 0089 0017 38 / BIC: HELADEF1FDS, tenaamstelling: ‘Meins Coetsier’, met vermelding ‘Spende – Jail House College’.