Je bent geroepen bij je naam

Tijdens de Wereldjongerendagen in Lissabon gaf Paus Franciscus een toespraak geïnspireerd op verschillende Bijbelteksten. We publiceren een ingekorte, vertaalde versie.

Jullie zijn hier niet toevallig. De Heer heeft jullie geroepen vanaf het begin van al jullie dagen. Hij heeft je zelfs bij naam geroepen! Bij naam geroepen: probeer je deze drie woorden voor te stellen in koeienletters. En bedenk dat ze in jouzelf geschreven zijn, in je hart, als de betekenis van wie je bent: jij bent bij naam geroepen. Voor ieder van ons geldt dat. Vanaf het begin van ons leven – nog voordat we schaduwen en wonden kregen – zijn we geroepen. Geroepen omdat we geliefd zijn. In Gods ogen zijn we prachtige kinderen. Hij roept ons elke dag, om ons te omarmen en te bemoedigen, om van ons een uniek en origineel meesterwerk te maken, waarvan we de schoonheid net beginnen te vatten.

Je bent geen nummer maar een gezicht

Dat we geroepen bij naam zijn, is niet zomaar een uitspraak; het is het Woord van God zelf (zie Jesaja 43:1-22 Timoteüs 1:9). Wanneer God je bij naam roept, betekent het dat jij voor Hem geen nummer bent, maar een gezicht. Veel mensen kennen je naam, maar roepen je niet bij je naam. Je naam is bekend: die staat op sociale netwerken en wordt door algoritmes gekoppeld aan je likes en voorkeuren. Handig voor marktonderzoek, maar het komt niet in de buurt van hoe uniek je echt bent.

Hoeveel wolven verschuilen zich achter een glimlach van valse goedheid? Ze zeggen dat ze je kennen, ook al houden ze niet van je. Ze stellen dat ze in je geloven en beloven je dat je iemand zult worden, maar ze laten je in de steek wanneer je er niet meer toe doet. Dit zijn de illusies van de virtuele wereld en we moeten oppassen dat we ons er niet door laten misleiden. Want veel dingen die ons aantrekken en geluk beloven laten hun ware gezicht pas later zien: ijdel, overbodig, nep. Ze laten ons leeg achter. Zo is Jezus niet. Hij vertrouwt je. Voor Hem doe je er echt toe.

Als kerk geroepen

Wij, zijn kerk, zijn de gemeenschap van de geroepenen. Niet van de besten – nee, absoluut niet – maar van de geroepenen. Van degenen die samen met anderen het geschenk van geroepen zijn ontvangen. Wij zijn de gemeenschap van de broers en zussen van Jezus, zonen en dochters van dezelfde Vader. In de prachtige brieven die jullie me stuurden, schreven jullie: ‘Het beangstigt me dat er mensen zijn die me niet accepteren en die vinden dat er geen plaats is voor mij … Ik vraag me af of er wel plaats is voor mij.’ En: ‘Ik heb het gevoel dat er in mijn parochie geen ruimte is om fouten te maken.’

Dierbare vrienden, laat het duidelijk zijn voor iedereen die allergisch is voor onoprechtheid en lege woorden: er is ruimte voor iedereen in de kerk. Waar die ontbreekt, laten we daar dan alsjeblieft ruimte maken. Ook voor wie fouten maken, struikelen, en worstelen. Want de kerk is – en moet steeds meer worden – het huis waar de echo klinkt van Gods stem die ieder van ons bij naam roept.

De Heer wijst niet met zijn vinger maar strekt zijn armen uit. Dat liet Jezus ons zien op het kruis. Hij gooit de deur niet dicht, maar vraagt ons om binnen te komen; Hij houdt ons niet op afstand maar verwelkomt ons. Laten we deze boodschap van liefde doorgeven, die ons hart bevrijdt en een vreugde geeft die nooit voorbijgaat. Hoe kunnen we dat doen? Door anderen bij naam te roepen. Vraag de namen van de mensen die je ontmoet, spreek ze uit met liefde, en zeg onbevreesd: ‘God houdt van je, God roept je.’ Herinner elkaar eraan dat je echt van waarde bent. Wees niet bang om tegen elkaar te zeggen: ‘Broer, zus, het is goed dat je bestaat!’ Geloof je dit? Doe je mee?

God ontmoet je

Jullie hebben me veel vragen gesteld. Vragen zijn vaak beter dan antwoorden, want vragen stellen is het beste medicijn tegen routine, de vlakke alledaagsheid die de ziel afstompt. Dus houd jullie vragen over je dromen, gevoelens, diepste verlangens en over de zin van het leven niet voor jezelf maar breng ze bij Jezus. Roep Hem bij naam, zoals Hij dat met jou doet. Stel je vragen aan Hem, vertrouw Hem je geheimen toe, je geliefden, je vreugde en je zorgen. Dan zul je iets verrassends ontdekken: wanneer je je hart elke dag voor God openstelt, ontmoet God je onverwacht. Niet met een pasklaar antwoord als een zoekmachine, want Hij is een echte vriend. Hij doet namelijk ook een beroep op jou. Jij vraagt Hem iets – en vervolgens begin je andere vragen te horen – Gods vragen, in jezelf. Gods vragen raken de blootliggende zenuwen van onze ziel, zetten ons aan tot het goede, trekken ons binnen in een grotere liefde en vergroten ons hart. God gaat in gesprek met ons en laat ons groeien in wat er echt toe doet: leven geven.

Ga met God

Dat zie je in het Evangelie gebeuren. Jezus’ leerlingen waren nog niet zo lang bij Hem en zochten naar antwoorden. En wat deed de Heer? Hij verraste ze door ze op een missie te sturen. Hij stuurde ze zonder gedegen voorbereiding, zonder zekerheid, zonder beurs, reiszak, of sandalen. Hij vertrouwde ze genoeg om ze ‘als schapen onder de wolven’ te sturen (Lucas 10:3-4) en ze kwamen vol vreugde terug van hun avontuur!

En nu stelt Jezus hetzelfde vertrouwen in jullie. Het geluk dat Jezus biedt aan ieder van jullie krijg je niet door iets te verzamelen, maar door je leven op het spel te zetten (Lucas 17:33). De Heer zegt dus tegen ieder van jullie: ‘Ga, want de wereld heeft iets nodig wat jij en alleen jij kunt geven.’ Je denkt misschien: Wat dan? Eén ding: prachtig nieuws dat ook Jezus gaf aan zijn leerlingen: ‘Dat God dichtbij is’ (zie Lucas 10:9). Ieder mens moet weten dat God dichtbij is.

Angst overwinnen

Nog steeds zou je kunnen zeggen: ‘Dat kan ik niet, ik durf het niet, ik ben bang.’ Wat ertoe doet is, is hoe we met die angsten omgaan. God roept ons juist in onze angst, geslotenheid en eenzaamheid. Hij roept niet de geschikte mensen; Hij maakt de mensen die Hij roept geschikt (2 Korintiërs 3:10). De Heer deed wonderlijke dingen met Abraham, die bejaard was en het gevoel had dat zijn einde nabij was (Genesis 17:17); met Mozes, die bang was om te spreken omdat hij stotterde (Exodus 4:10); met Petrus, die impulsief was en vaak fouten maakte (bijvoorbeeld in Matteüs 16:22); met Paulus, die schuldig was aan heel erge dingen (1 Korintiërs 15:9). Niemand van hen was perfect, en toch waren ze allemaal verenigd met de Heer. Zij waren met Hem verbonden. Dat is het geheim: verbonden zijn met de Heer.

Onthoud dit: we zijn allemaal geroepen door de Heer, geroepen omdat we geliefd zijn. Noem dus elkaars naam en besef hoe mooi het is om geliefd en gewaardeerd te zijn. Blijf je vragen stellen aan Jezus. Blijf verbonden met Hem (Johannes 15:4) en zijn liefde, want zo zal onze vreugde alleen maar toenemen.

Toespraak van paus Franciscus op 3 augustus tijdens de Wereldjongerendagen in Lissabon, vertaald door Anton ten Klooster en voor publicatie op deze site ingekort en bewerkt door het NBG. Dit bericht is geplaatst op dinsdag 8 augustus 2023 op de site van het NBG en met toestemming van het NBG overgenomen.