Plant van de maand: korstmossen en algen

Bemoste tak

In deze rubriek zetten we elke maand een plant of bloem centraal met symbolische betekenis. Overigens… symboliek is geen exacte wetenschap. De ene geeft de ene betekenis aan een bloem, de andere een heel andere. Ze veranderen ook in de tijd. Zeventiende-eeuwse bloemstillevens kennen andere symboliek dan de verborgen ‘liefdesboodschappen’ uit de preutse Victoriaanse tijd. Deze maand:

Korstmossen en algen: doods, maar vol leven

Het is voorwaar niet gemakkelijk in de veertigdagentijd te spreken over een plant voor een liturgische bloemschikking. Er zijn kerken waar er in de vastentijd in zijn geheel geen liturgische bloemschikking is, andere kerken werken met dode takken, zand en stenen. Dan kun je er over debatteren of je nog met een bloemschikking van doen hebt. Maar afijn… die discussie is voor een andere keer.

De liturgische bloemschikking zou goed uitgebreid kunnen worden met korstmossen en algen. Let wel… mos zomaar ergens afsteken is vaak verboden. Dat soort bodembedekkers bedoel ik ook niet; dat zijn bladmossen. Persoonlijk vind ik dat ook meer iets voor de kerststal; symbolisch staat het dan ook voor moederliefde. Ik had een andere gedachte. Wat goed zou kunnen is enkele bemoste of bealgde takken te gebruiken.

De takken zijn dood, maar ze geven toch voeding aan de levende korstmossen en de levende algen. Dubbele laag: het mos en de algen lijken an sich ook nogal doods. Het is eigenlijk hetzelfde beeld als het schijnbaar dode ei, waaruit straks een levend vogeltje komt. Het is het vooruitblikkende beeld naar Pasen!

Er is echter nog een betekenis aan te geven… daar waar mossen en algen gaan groeien is meestal sprake van ouderdom, vergane glorie. Groen uitgeslagen schuttingen, bemoste muren… het is meestal geen teken dat het net nieuw is neergezet. Het is daarmee het beeld van ‘de oude mens’ dat we achter ons moeten laten. Maar we hebben het oude, de ervaring, wel nodig om iets nieuws te laten ontstaan.

De mossen en de algen op stukken hout of steen leven samen. De korstmos is de ‘gastheer’ voor de alg, maar kan zonder de alg niet bestaan. De korstmos leeft namelijk van de energie die de alg hem geeft. De alg zou zonder de korstmos wel kunnen bestaan (maar is dan kwetsbaar). Mutualisme heet dat. Ze hebben een soort verbond. Dat is weer een mooi vergelijking met God en de mensen. Wij leven van de energie van God. Dat is ook de reden dat ze samen centraal staan en niet één van beiden.

Het mos

Over ‘het mos’ kun je boeken volschrijven. Er zijn dan ook ontzettend veel mossen. Ze worden onderverdeeld in bladmossen, levermossen, hauwmossen en korstmossen. Waarbij de laatste geen planten maar schimmels zijn. Op bemoste takken of stenen zul je hoogstwaarschijnlijk met de laatste groep van doen hebben.

Algen

Over algen kun je eveneens boeken volschrijven. Ook dit zijn geen planten. Ook zeewieren vallen onder de term algen. De soort algen die we kunnen gebruiken in onze schikking leven samen met korstmossen; zonder elkaar kunnen ze nauwelijks bestaan. Vandaar dat ik ze samen bespreek.

Oké… toegegeven… we bespreken nu dus eigenlijk de ‘schimmel en de algen van de maand’. Maar vooruit… ze zijn groen en ze leven. En je liturgische bloemschikking hoeft geen onderhoud te hebben. Dus dat scheelt.