Overweging: het Woord blijft

Leviticus Hebreeuws

N.a.v. Matteüs 5,17-19

Wat zou het eenvoudig zijn voor onze grote wereld als we één alwetende leider m/v zouden hebben die totaal gericht is op het ‘goede-voor-iedereen’ (het zo genoemde bonum commune) en wijze wetten uitvaardigt om dit ‘goede-voor-iedereen’ te bewerkstelligen. We hoeven dan slechts te leven volgens die wetten die ons – bijna automatisch – gelukkig maken. En dit is onmogelijk omdat al snel zich een dictatuur instelt waarbij de een gaat heersen over de ander.

Het is tevens een verkeerde opvatting over ‘wetten’. Een wet is dienstig maar kan ook op een onrechtvaardige manier gaan uitwerken. Een slecht regime kan wetten uitvaardigen die niet op leven maar op de dood gericht zijn.

Wanneer we in de Bijbel kijken dan komen we daar het woord ‘wet’ vaak tegen. Vandaag zullen veel mensen hierbij hun wenkbrauwen fronzen. De koppeling God-Wet ziet men niet zitten. God is toch een God van liefde en niet van de wet? Ook in handen van Bijbelse mensen is men niet altijd goed met Gods Wet omgegaan. Men heeft er een keurslijf van gemaakt. Houd je maar aan de wet, aan de voorschriften en geboden en dan ben je in orde (wat iets anders is dan dat je gelukkig bent).

In het evangelie van vandaag verzet Jezus zich tegen een dergelijke omgang met de wet. Voor Jezus is de Wet, de Tora (letterlijk: levensrichting) heilig. Tora is voor Hem als de Stem van God die Hem richting geeft in zijn leven. Tora is voor Hem als Gods aanwezigheid. Daarom kan Jezus zich zo kwaad maken als mensen er verkeerd mee omgaan, de Tora verlagen tot een aantal richtlijnen waarbij de innerlijke beleving naar de achtergrond gaat. Neen, zegt Jezus, maak de Tora niet minder, haal haar niet naar beneden, maar vul die Tora met hoe ik er mee omga. Het is een Tora voor een bevrijdend omgaan met alles wat God ons in handen geeft: zijn schepping en zijn liefde.