Overweging: vrij-maken

Vrijheid

N.a.v. Johannes 8,31-42

Wie is vrij? We leven in een vrij land en daar mogen we dankbaar om zijn wanneer we om ons heen kijken in onze wereld. Veel mensen moeten leven in een dictatuur waar hun leven wordt bepaald door anderen. Hoe krachtig is het wanneer mensen – en vaak zijn dat de vrouwen – het voortouw nemen om de ‘krachten die ons dwingen’ een halt toe te roepen.

Wie is echt vrij? Ook al leef je in een vrij land, er zijn ook hier veel krachten werkzaam die mensen tot slaaf maken: de dwang om meer en meer te presteren, het je vergelijken met anderen waardoor je je zelf een dwang oplegt, de vele vormen van verslaving. Echt vrij is niemand. We beschouwen vrijheid soms als een statisch iets, je ben vrij of niet. Ik meen dat echt vrij-zijn eerder dynamisch is: je wordt steeds opnieuw vrij gemaakt.

Hoe? Vrij gemaakt worden is dus relationeel. Ik zie dit gebeuren in het leven van Jezus. Ik stel me bij Hem voor dat Hij een vrije mens is geweest. Wanneer ik ga zoeken waar Hij dit vandaan heeft, dan kom ik steeds tegen dat Hij een beroep doet op wie Hij Vader noemt. Dat is God, maar Jezus noemt Hem met voorliefde ‘Vader’ met wie Hij een intieme relatie heeft. Hij heeft het over de eenheid tussen zij Vader en Hem, over liefde, over een waarheid die vrijmaakt. En ook deze waarheid is weer relationeel want het gaat steeds om hoe iets waar kan zijn.

Niemand is totaal vrij, maar iedereen kan wel steeds vrijgemaakt worden. Voor mij gebeurt dit wanneer ik mij laat gezeggen door die Blijde Boodschap van Jezus en me laat meenemen in zijn verhaal van lijden, dood en opgewekt worden uit de dood. Daar heb ik de komende weken voor…