Waarom is er iets en niet niets?

Soms heb ik heimwee naar mijn tijd als klein kind. Vrijmoedig kon ik mijn ouders (of argeloze derden) constant vragen: “waarom?”  Dan kwam er een keten van vragen in deze trant: “Waarom is het vogeltje in onze tuin doodgegaan?” “Waarom heeft de kat hem gevangen?” “Waarom eet een kat andere dieren?” “Waarom gaan dieren dood?” “Waarom gaan mensen eigenlijk dood?”

Hoewel ik het als kind niet wist, kan de hele keten van “waarom-vragen”, als je die consequent doorvoert, alleen maar worden beëindigd met deze allesbeslissende “Grote Waarom-Vraag”:

Waarom is er iets en niet niets?

Als ik als kind had geweten dat dit de ultieme vraag der vragen is, dan zou ik er waarschijnlijk vanuit zijn gegaan dat scholen uitgevonden zouden zijn om die vraag te kunnen beantwoorden. Dan zou ik ervan overtuigd zijn geweest dat alle opgeleide volwassenen probleemloos deze vraag zouden kunnen beantwoorden. En dat elk vak op school, van Sport tot Engels tot Wiskunde, er uiteindelijk op gericht zou zijn om de Grote Waarom-Vraag te kunnen beantwoorden. Dan zou ik ervan uit zijn gegaan, dat ik aan het einde van mijn schooltijd de Grote Waarom-Vraag net zo goed zou kunnen beantwoorden als alle volwassenen.

En toen ging ik naar school.

Achteraf, pas vele jaren na afloop van mijn langdurige schoolcarrière, kan ik zeggen dat er geen leraar, geen ouder, geen pastoor – nee, geen enkele volwassene – in de verste verte enige interesse heeft getoond in het stellen van de Grote Waarom-Vraag, laat staan dat iemand interesse heeft getoond om haar te beantwoorden. De merkwaardigheid daarvan heeft zich pas na verloop van lange tijd aan mij geopenbaard. Vooral toen ik er achter kwam dat er tenminste vanaf de tijd van Socrates, tot aan de Vroegmoderne Tijd (grofweg tot 1800), intensief en op hoog niveau over deze vraag nagedacht werd. Denk aan Plato, die de uiteindelijke bron van het bestaan herleidde tot de wereld van de Ideeënals ultieme realiteit, waar perfectie, waarheid en essentie worden gevonden. Of aan Aristoteles, die verandering en beweging in het universum logisch alleen kon verklaren door aan te nemen dat er een Onbewogen Beweger bestaat. Of aan Thomas van Aquino, die de filosofie van Aristoteles tot een nog hoger niveau tilde en zuiver rationele argumenten presenteerde voor het bestaan van een Schepper van het universum. Of aan Leibniz, die stelde dat alles wat bestaat in het universum, alleen kan bestaan omdat het afhankelijk is van iets anders dat noodzakelijkerwijs moet bestaan. Dus afhankelijk van iets dat onmogelijk niet kan bestaan en bovendien geen onderdeel kan zijn van het universum zelf. Als het een beetje begint te duizelen, dan begrijp ik dat. Het is niet uw schuld. Niemand heeft u geleerd om hierover gestructureerd en logisch na te denken.

Laat mij dan nu, met de geest van een klein kind, maar met de ervaring van een hoogopgeleide man van middelbare leeftijd, een andere “waarom-vraag” stellen:

Waarom stellen we de vraag: “waarom is er iets, en niet niets,” niet meer?

Wat kan er toch gebeurd zijn dat de interessantste, belangrijkste, hoogste, meest magische vraag, de Grote Waarom-Vraag, zo weinig gesteld wordt? Waarom is deze vraag afwezig op scholen en op de meeste universiteiten? Waarom staan de kranten en tijdschriften hier niet regelmatig vol van?

Ik maak het me even makkelijk en geef de schuld aan de Duitse socioloog Max Weber (1864-1920). Weber was een kind van ons huidige tijdperk: de Moderne Tijd, de opvolger van de Vroegmoderne Tijd. Weber vatte zijn tijdgeest – nog steeds onze tijdgeest – goed samen en muntte de uitdrukking: “de onttoverde wereld”. Daarmee bedoelde Weber dat elk verschijnsel in het universum zuiver mechanistisch benaderd en verklaard kan worden. Wat het ook moge zijn: de zonsopgang, de conceptie en geboorte van een kind, het liefhebben van je naaste, de gevoelde extase bij het luisteren naar Beethoven’s negende symfonie, de sensatie van schoonheid als je door het Noorse Geirangerfjord vaart of op de Schynige Platte in de Zwitserse Alpen wandelt, de ontroering en ontzetting die je voelt bij het lezen van het Achterhuis van Anne Frank: dit alles kan verklaard worden door een zuiver mechanistische benadering. Mens en natuur zijn in deze visie niet meer dan een machine. Elk verschijnsel is te reduceren tot zijn biologische, chemische of natuurkundige essentie. Een dier, een plant, water, zout, steen: elk “ding” op aarde of in het universum is niets meer dan de verzameling van de verschillende materiële onderdelen (of bouwstenen) waaruit het “ding” is opgebouwd. Dat geldt dus ook voor mensen en de menselijke ervaring. Uitsluitend die bouwsteentjes, en hoe die bouwsteentjes mechanistisch op elkaar inwerken, bepalen wie “jij” bent als mens.

Dit Heilige Modernistische Dogma – want dat is het – wordt ook wel aangeduid als “materialistisch reductionisme”. Het dogma vooronderstelt dat materie, die bestaat uit subatomaire deeltjes, en de natuurwetten, er simpelweg zijn en vervolgens dat alles in het universum voortkomt uit de interactie tussen deze subatomaire, materiële deeltjes. Het Heilige Modernistische Dogma reduceert het hele bestaan tot materie en natuurwetten.

Wat heeft dit alles met de vraag waarom we de Grote Waarom-Vraag niet meer stellen? Het beste antwoord ligt besloten in de vraag zelf. Stel uzelf namelijk nog eens onbevooroordeeld en onbekommerd de Grote Waarom-Vraag. Wat valt u op? De Grote Waarom-Vraag stelt u waarschijnlijk voor een mysterie. En misschien wel meerdere mysteries. Want wat is “niets”? Is het “niets” eindig of oneindig? Kan het “niets” überhaupt bestaan? Zo ja, dan is dat toch tegenstrijdig? En hoe definieer je eigenlijk “iets”? Kan “iets” uit het “niets” ontstaan (creatio ex nihilo)? Dat is toch uitgesloten? Want de natuurwetenschap beschouwt “creatio ex nihilo” toch als onverenigbaar met de wetenschappelijke principes van behoud van energie en materie? Volgens deze principes kan materie en energie toch niet uit het niets ontstaan, maar kunnen ze alleen worden omgezet van de ene vorm naar de andere?

Er komt met andere woorden bijna geen einde aan de mysteries die besloten liggen in de Grote Waarom-Vraag. De Grote Waarom-Vraag is een vraag die materie en de natuurwetten niet als heilige fundamenten van het bestaan vooronderstellen. Het stelt de vraag naar de oorsprong van het bestaan als zodanig, inclusief het bestaan van materie en natuurwetten. Nu wordt het misschien duidelijker waarom de Grote Waarom-Vraag zo weinig gesteld wordt: Het ontmaskert de materialistische reductionisten als volgers van een fundamentalistisch en simplistisch dogma. Want zij zullen zich niet serieus afvragen: Waarom bestaan materie en de natuurwetten überhaupt? Waarom is er iets en niet niets? De Grote Waarom-Vraag dwingt de dogmatische materialistische reductionist tot het onder ogen komen van een diep mysterie. Een mysterie dat dwingt om verder te vragen. Een mysterie dat dwingt om antwoorden te overwegen die de ratio nog wel aan kan, maar die het dogmatische ego kunnen krenken.

Dit roept de volgende vraag op: Wat voor soort instituten of welke mensen in onze verlichte samenleving houden zich eigenlijk bezig met de beantwoording van dergelijke fundamentele en mysterieuze vragen? Wie o wie grijpt de gelegenheid aan en daagt het dogmatisch denken uit? Wie o wie brengt de mensheid verder in haar zoektocht naar de waarheid? Wie o wie is bereid om met een open en vrije geest de waarheid te volgen, ongeacht waar zij naar moge leiden? Dat zullen toch zeker de grootste natuurwetenschappers zijn in onze Moderne Tijd! Wie anders heeft immers het denkvermogen om ons eenvoudige stervelingen naar intellectuele hoogtepunten te leiden? Wie anders heeft de sociale status om met overtuigingskracht de bekrompen onwetendheid uit onze duistere, vaak religieus georiënteerde geesten te verbannen?

Laten wij eens onze blik werpen op het werk van één van de grootste natuurwetenschappelijke genieën van de laatste honderd jaar: Stephen Hawking. En we hebben geluk! Stephen Hawking heeft namelijk in 2010 een boek geschreven, getiteld: “Het Grote Ontwerp”, waarin hij zich onder andere de Grote Waarom-Vraag stelt. Eens kijken met welke diepgaande inzichten Hawking het mysterie poogt te ontrafelen. De Engelse krant The Guardian heeft zijn boek gelezen en geeft ons het centrale, diepgaande inzicht van Hawking:

“Omdat er een wet is zoals zwaartekracht, kan en zal het universum zichzelf uit het niets scheppen. Spontane schepping is de reden waarom er iets is in plaats van niets, waarom het universum bestaat, waarom wij bestaan.”[1]

Moment… Er “is” een wet zoals zwaartekracht? En dus schept het universum zichzelf uit het “niets”? Wat bedoelt Hawking dan met “niets”? Toch op zijn minst “iets”, namelijk de wet van de zwaartekracht? Laten we het boek Het Grote Ontwerp er zelf even bij pakken want waarschijnlijk hebben wij de briljante geest van de meester verkeerd begrepen. Wat bedoelt Hawking precies met “niets”? Maar als we gaan lezen in het boek, wordt Hawking nóg onbegrijpelijker. Als Hawking het heeft over het “niets” waaruit het universum ontstaat, dan bedoelt Hawking met “niets” het bestaan van de wet van de zwaartekracht, maar óók het bestaan van constante vacuümenergie in lege ruimte.

Oké, er bestaat dus de wet van de zwaartekracht, en er bestaat ruimte en er bestaat constante vacuümenergie. Dat noemen we “niets” en… voilà! Het universum ontstaat spontaan uit het niets! Dat is een wonderbaarlijke definitie van niets. Niemand zou serieus beweren dat een spermacel en een eicel spontaan uit het niets ontstaan, dat die cellen met elkaar versmelten en daarmee het ontstaan van een menselijk leven uit het “niets” afdoende is verklaard. En dat met een dergelijke bewering “bewezen” zou zijn dat je helemaal geen vader en moeder nodig hebt voor het doen ontstaan van nieuw leven. Maar om onverklaarbare redenen is een dergelijke logica kennelijk wel toepasbaar bij het ontstaan – de “geboorte” – van het universum.

Ik wou dat de essentie van het argument van Hawking een andere is, maar ik moet u helaas uit de droom helpen. Met uw gezond verstand dacht u wellicht dat Hawking hetzelfde bedoelde met “niets” als u, namelijk: “niet-zijn”, de afwezigheid van elke vorm van “iets”. Dus ook de afwezigheid van ruimte, energie en natuurkundige wetten. In plaats daarvan vooronderstelt Hawking het bestaan van “iets”, maar noemt dit eenvoudigweg “niets”, om vervolgens te beweren dat het universum spontaan uit dit “niets” kan ontstaan. Dit betekent dat Hawking niet eens is begonnen met het beantwoorden van de Grote Waarom-Vraag. Want “niets” heeft in zijn vocabulaire niet de traditionele betekenis van “niet-zijn” maar betekent eerder “het kwantumvacuüm”.[2] Het doet denken aan het inzicht van de Ethnobotanist Terence McKenna, die dit trucje haarfijn doorzag. McKenna zag dat de moderne wetenschap is gebaseerd op het principe: “Geef ons één gratis wonder en wij leggen de rest uit.” Het enige gratis wonder is de verschijning van ruimte en energie, en alle wetten die het beheersen, in één enkel moment vanuit het niets.

Wat voor soort filosofische onwetendheid, intellectuele oneerlijkheid en kortzichtige dogmatiek leidt tot deze onsamenhangende uitspraken van Hawking? Hawking geeft zelf onbedoeld het antwoord in zijn boek Het Grote Ontwerp, geciteerd in The Guardian:

“Het feit dat wij mensen – die zelf slechts verzamelingen zijn van fundamentele deeltjes van de natuur – in staat zijn geweest om zo dicht bij een begrip te komen van de wetten die ons en ons universum beheersen, is een grote triomf.”

Daar is het materialistische reductionisme weer; het Heilige Materialistische Dogma. De mens, en elk ander “ding” in het universum is niets anders dan de deeltjes waaruit het is opgebouwd.

Ondanks de filosofische leegte en logische contradicties in de argumenten van Hawking beweert Hawking in Het Grote Ontwerp bovendien dat hij God heeft “geëlimineerd” als oorzaak en schepper van het universum. Dit gaat zelfs de seculiere kosmoloog en astrofysicus Sir Martin Rees, van het Instituut voor Astronomie in Cambridge en de Astronomer Royal, te ver. In een interview in The Independent in 2010 zei hij:

“Stephen Hawking is een opmerkelijk persoon die ik al veertig jaar ken en daarom krijgt elke uitspraak die hij doet overdreven publiciteit. Ik ken Stephen Hawking goed genoeg om te weten dat hij heel weinig filosofie heeft gelezen en nog minder theologie, dus ik denk niet dat we enig gewicht moeten hechten aan zijn opvattingen over dit onderwerp.”[3]

Zoals een creationist ongeloofwaardig is als hij zich bemoeit met de natuurwetenschap door te beweren dat de aarde zesduizend jaar geleden geschapen is, zo is Hawking ongeloofwaardig als hij zich bemoeit met filosofie en theologie door te beweren dat hij God heeft “geëlimineerd”.

Hawking heeft gezegd dat de filosofie dood is. Dat de filosofie de moderne ontwikkelingen in de wetenschap, met name de natuurkunde, niet heeft bijgehouden. Dat wetenschappers de dragers zijn geworden van de fakkel van ontdekkingen in onze zoektocht naar kennis. De nietszeggende en onsamenhangende antwoorden van Hawking op de Grote Waarom-Vraag tonen echter aan dat de fakkel van ontdekkingen in onze zoektocht naar kennis gedragen moet worden door betoverde wetenschappers met grondige filosofische en theologische inzichten.

Wie waren ook alweer die mensen met grondige filosofische en theologische inzichten? O ja: Plato, Aristoteles, Thomas van Aquino en Leibniz, om er een paar te noemen. Laat u niet misleiden door Max Weber en zijn “onttoverde wereld”. Laat u betoveren door de rationele én mystieke concepten van de immateriële wereld van de Ideeën van Plato, door de Onbewogen Beweger van Aristoteles en Thomas van Aquino en door datgene dat buiten ons universum noodzakelijkerwijs moet bestaan volgens Leibniz. Zoekt u antwoorden op de Grote Waarom-Vraag? U weet nu bij wie u moet zijn. En vooral bij wie u niet moet zijn. Onttoverde wetenschappers, hoe prominent ook, die geen onderscheid kunnen maken tussen “niets” en “iets”, hoeft u niet te raadplegen in uw zoektocht naar kennis.


[1] https://www.theguardian.com/science/2010/sep/02/stephen-hawking-big-bang-creator

[2] https://www.reasonablefaith.org/videos/lectures/the-origins-of-the-universe-has-hawking-eliminated-god

[3] https://www.independent.co.uk/news/people/profiles/martin-rees-we-shouldn-t-attach-any-weight-to-what-hawking-says-about-god-2090421.html